Wanneer we het anders willen, is het tijd om het ook anders te gaan doen. Liefst samen.
In de praktijk blijkt dat echter vaak weerbarstig. Ambitie en een gedeelde droom zijn niet genoeg. In onderstaand artikel ga ik dieper in op waarom alleen streven naar een andere wat niet volstaat — en waarom we vooral ook een andere hoe moeten vinden.
Een betoog over het belang van ruimte maken voor reflectie en belichaamde ervaring in pionierend werk — en waarom juist vertragen, voelen en samen onderzoeken de sleutel kunnen zijn tot echte vernieuwing.
Het probleem met het uitproberen van nieuwe samenwerkingsvormen is dat er een zelf reflecterend en corrigerend systeem mist. Wat gedaan wordt is zo nieuw dat er niet wordt nagedacht over het inrichten van een proces om met fouten om te gaan. Dat kan ook bijna niet, omdat het onmogelijk te zien is wat voor soort fouten gemaakt kunnen gaan worden. Dit wordt problematischer wanneer het werk vernieuwender wordt.
Immers, wanneer we pionierswerk verrichten zullen we voor veel nieuwe en dus ook onzekere situaties komen te staan. Wanneer deze situaties als bedreigend worden ervaren dat zullen we snel terug schieten in oude gedragspatronen. Ook als we die nu juist proberen te veranderen. Ons bewustzijn is gewoon weg meestal in onzekere situaties niet groot genoeg om deze neiging het hoofd te bieden. Met andere woorden, we weten niet wat we doen.
Dat is geen schande en niemand kwalijk te nemen. Wanneer je zelf ergens helemaal in zit is het lastig ook diezelfde situatie, en jouw handelen daarin, van een afstandje te bekijken. Zo bezien is het verstandig een reflecterend, en eventueel corrigerend, systeem in te richten buiten de directe samenwerking zelf.
Zoals een coach die meekijkt bij een sportteam. De coach staat net buiten het speelveld, daar waar de echte actie plaatsvindt. Kan natuurlijk wel meeleven, maar houdt als het goed is voldoende afstand om het gebeuren helder te beschouwen.
Bij iets nieuws is het niet voldoende te kunnen zien hoe het zou kunnen zijn. En anderen te vertellen dat te gaan doen. Het zal belichaamd moeten worden. Het moet van een idee in ons hoofd naar een uitwerking in de realiteit komen. We zullen een manier moeten vinden om te doen wat we zeggen. Zodat wat we denken niet alleen een mooi idee blijft, een schitterende visie, maar een tastbare werkelijkheid. Zodat we kunnen zeggen, kijk wij doen dit, dit kan, wat kan jij doen?
Hoe doe je dat? Een nieuwe wereld voorleven?
Geen idee. Het is er immers nog niet.
Eerst moet je het kunnen bedenken. Dan uitproberen. Dan doen. En dan zichtbaar maken.
Of, eigenlijk, alle vier te gelijk.
Dus doorlopend proberen waar te nemen wat er gebeurt, hoe dat werkt en wat er nodig is.
Dan uitproberen hoe je dat kan doen.
Dan doen.
En als je het meer reikwijdte wilt geven, ook nog proberen zichtbaar te maken.
Terwijl je dus nog aan het denken, proberen en doen bent.
Dat is in je eentje al moeilijk. Laat staan met meer mensen. Iedere groep(of relatie)dynamiek kan onrust geven waardoor mensen onzeker worden en in oude gedragspatronen vallen. Denk aan het opzetten van controlerende structuren en machtsspelletjes. Allemaal geïndoctrineerd door een oude wereld waarin je hieraan moest meedoen om je staande te kunnen houden.
Een eenvoudige oplossing is er niet. We moeten immers alert zijn op iets wat gemakkelijk aan ons bewustzijn ontsnapt. Toch is er wel iets dat ons helpen kan. Of beter gesteld, we kunnen onszelf helpen. Wanneer het hoofd het laat afweten kan ons hart ons helpen. De wijsheid van ons gevoelssysteem kan, wanneer het de ruimte krijgt te spreken, ons helpen bij onze reis in onontgonnen gebieden.
Hier wordt de belichaming letterlijk. Ons gevoelssysteem spreekt immers tot ons via ons lichaam. Via een knoop in onze maag, of een brok in onze keel. Spanning die ons keer op keer zal vragen te vertragen. Omdat alleen daar, in de vertraagde tijd, de ruimte en veiligheid te vinden is waarin we voorbij onze onzekerheid kunnen ontdekken waar het werkelijk om gaat.
Daar waar ons gevoel tot ons spreken kan en ons wijst op oude triggers en overlevingspatronen. Waar we voorbij onze directe belangen en weer bij onze gewenste waarden kunnen komen. Waar we in rust de gebaande paden kunnen laten voor wat ze zijn en nieuwe wegen kunnen aanleggen en bewandelen.
Dit vraagt om diep duiken in onszelf. Vertragen om te vinden wat ons raakt. De moed hebben ons uit te spreken en handelen ter discussie te stellen. De empathie om erbij te blijven en dit samen te doen. Samen te kijken naar wat er gebeurt. Nooit denken dat je er al bent. Durven te zijn in het proces. Kwetsbaar en dapper.
Eerlijk en aardig.